Windsurfen

Over deze sport

De kracht van de golven, de wind die rond je hoofd raast: hoe harder, hoe beter. Op je plank ga je de strijd aan met de elementen van de natuur. En mooi meegenomen: van windsurfen word je nog lekker zongebruind ook.

Windsurfen is een relatief jonge sport, in 1969 uitgevonden door twee Amerikanen. Toen heette windsurfen nog plankzeilen: je beweegt je immers voort door middel van een zeil en een plank. Windsurfen lijkt wel wat op zeilen. Je maakt veelal dezelfde manoeuvres en hebt net als bij het zeilen een zeil, een giek en een mast. Toch is windsurfen een compleet andere discipline dan zeilen. Begin je net met windsurfen, dan gebruik je een plank met een zwaard in het midden om afdrijven te voorkomen. En in tegenstelling tot bij golfsurfen heb je geen hoge golven nodig. Ook op vlak water kun je windsurfen.

Het olympisch succes van Dorian van Rijsselberghe in 2012 heeft het windsurfen in Nederland een flinke boost gegeven. Wil je leren windsurfen, dan moet je bij een vereniging zijn. Daar leer je alle technieken van het windsurfen. Zodra je een vertrouwd gevoel hebt op de plank kun je bij veel verenigingen ook wedstrijdtrainingen volgen. Hiermee stoomt de vereniging je helemaal klaar om een (semi)professionele windsurfer te worden. En natuurlijk maak je bij een vereniging ook nieuwe vrienden die jouw passie voor windsurfen delen en met wie je samen het water op kunt.